12-11-2025 –, Swing
Onderwijsinstellingen willen beter aansluiten op de flexibiliseringsbehoeften van studenten, wat ook blijkt uit de NPuls-belofte ‘leren zonder drempels’. Hierbij maken ze keuzes over de mate van flexibiliteit, op welke flexibiliseringsdimensies (inhoud, tijd, plaats en didactiek) en op welk niveau (instelling, opleiding, onderwijseenheid, leeractiviteit) de flexibiliteit wordt aangeboden. Op basis van een behoefteanalyse onder masterstudenten hebben docenten afkomstig uit twee masteropleidingen flexibiliseringsinterventies ontworpen. Deze interventies richten zich, onder andere op, keuzevrijheid in toetsing, het versterken van de inzet van kennisclips en het bieden van flexibele feedback momenten. Wat zijn de beweegredenen van docenten om bepaalde ontwerpkeuzes door te voeren en wat zijn de consequenties van deze ontwerpkeuzes voor hun docentrol? Van welke flexibiliseringsinterventies maken studenten daadwerkelijk gebruik? Welke motieven spelen een rol om wel of geen gebruik te maken van de flexibiliseringsinterventies? En hoe hebben de geboden flexibiliteit ervaren?
Binnen deze presentaties gaan we in op ervaringen en onderzoeksresultaten uit ons Comeniusproject ‘Bevorderen van krachtige leergemeenschappen voor flexibel masteronderwijs’. De resultaten illustreren dat docenten en studenten aanknopingspunten ervaren voor het inzetten èn gebruik maken van meer flexibiliteit in het onderwijs. Op basis van de resultaten zijn ontwerpprincipes opgesteld met als doel om de inzichten overdraagbaar te maken voor andere opleidingen.
In de afgelopen decennia zijn er diverse initiatieven (Versnellingsplan en NPuls) geweest om meer regie voor het leerproces bij de student te beleggen. Wade (1994) definieert dit als flexibel onderwijs, zeker wanneer studenten keuzes maken om beter aan te sluiten op de eigen (leer)behoeften. Om zorgvuldige en beredeneerde keuzes te maken dienen studenten de consequenties van hun keuzes goed te doorgronden (Graham, 2006). De mate van keuzevrijheid speelt hierbij een grote rol. Indien er teveel keuzes zijn, dan kan een student sneller praktische keuzes maken en dan kan dit resulteren in uitstelgedrag of een verminderd gevoel van welzijn (Hoy & Tarter, 2011).
Sinds de pilots in het hoger onderwijs met leeruitkomsten en andere vormen van flexibel onderwijs wordt er steeds meer duidelijk over de wensen en behoeften van studenten. In combinatie met de (on)mogelijkheden van instellingen en opleidingen worden keuzes gemaakt voor de mate van flexibiliteit. Dit komt specifiek tot uiting in de vier flexibiliseringsdimensies van Tucker en Morris (2011), namelijk inhoud, tijd, plaats en didactiek. De specifieke uitwerking kan op verschillende niveaus uitgewerkt worden. Voor de inhoud kan er bijvoorbeeld gedacht worden aan keuzemodules (instellings- en opleidingsniveau) of het bieden van inhoudelijke vrijheid bij het uitwerken van een opdracht (onderwijseenheid- of leeractiviteitsniveau).
Resultaten van een behoefteanalyse (Velthuis et al., 2023) illustreren dat masterstudenten behoeften uiten op opleidings- en onderwijseenheidsniveau. De inzichten van deze behoefteanalyse vormen de basis voor twee docententeams om aanpassingen in het onderwijs door te voeren om (deels) tegemoet te komen aan de flexibiliseringsbehoeften. Deze aanpassingen (flexibiliseringsinterventies) zijn doorgevoerd binnen onderwijseenheden van deeltijdmasteropleidingen. Deze interventies richten zich, onder andere op, keuzevrijheid in toetsing, het versterken van de inzet van kennisclips en het bieden van flexibele feedback momenten.
De uitgevoerde flexibiliseringsinterventies zijn onderzocht door middel van interviews met docenten en studenten en aanvullingen op studentevaluaties. De inzichten zijn stapsgewijs geanalyseerd met als doel om zicht te krijgen op: 1. de beweegredenen van docenten, 2.de (ervaren) consequenties van de keuzes op hun docentrol, 3. de mate waarin studenten gebruik maken van de geboden flexibiliteit, 4. Waarom er wel/geen gebruik wordt gemaakt van de flexibiliteit en 5. hoe studenten de flexibiliteit hebben ervaren.
De resultaten illustreren dat studenten de geboden keuzes in toetsing waarderen, aangezien ze dan een vorm kunnen kiezen die beter bij hen aansluit. Voor docenten geldt dat ze ervaren dat er kleinschalige aanpassingen doorgevoerd worden, omdat ze alleen variatie in toetsvorm aanbieden. Voor de beoordeling worden dezelfde criteria gehanteerd. Ten aanzien van de kennisclips geldt dat docenten wel de investering hebben gedaan om zelf de clips op te nemen. Studenten zien de voordelen van het gebruik van kennisclips, ook om tijdonafhankelijk(er) te kunnen studeren. Studenten maken gebruik van de flexibele feedbackmomenten. Docenten ervaren hierdoor meer spreiding in hun feedbackmomenten. Naast deze resultaten worden ook aanvullende resultaten vanuit het Comenius project ‘Bevorderen van krachtige leergemeenschappen voor flexibel masteronderwijs’ gedeeld.
De resultaten vormden (mede) de basis een toolbox. De toolbox bestaat uit ontwerpprincipes, gesprekstools en onderzoeksinstrumenten. De ontwerpprincipes richten zich op het proces van het ontwerpen van flexibel onderwijs. Tijdens de presentatie delen we de zes ontwerpprincipes en hoe deze in het kader van de NPuls-belofte ‘leren zonder drempels’ docententeams kunnen ondersteunen bij hun onderwijsontwikkeling.
dr. Tjark Huizinga werkt als associate lector bij het lectoraat Innovatief en Effectief Onderwijs. Zijn onderzoek is gericht op de ontwikkeling van blended en actieve leeromgevingen, flexibel onderwijs, curriculumontwikkeling en het ondersteunen van docenten bij het vormgeven van (digitale) leeromgevingen. Tjark verzorgt onderwijs op het gebied van curriculum- en curriculumontwikkeling en het ontwikkelen van een onderbouwd didactisch (school)concept.